Nicolaasorgel

Ga naar de inhoud
1886: Orgel gebouwd door Maarschalkerweerd & Zoon.

Omstreeks 1886 is het eerste orgel in de vorige kerk uit 1861 geplaatst. Het werd gebouwd door de vermaarde katholieke orgelbouwer Maarschalkerweerd & Zoon uit Utrecht. Het instrument is wellicht al enkele jaren voor de plaatsing gebouwd, aangezien het oorspronkelijk was bedoeld voor de Kerk van het Heilig Hart van Jezus te Rotterdam. Deze kerk (verwoest tijdens het bombardement op Rotterdam in 1940) heeft al in 1883 een groter orgel met 21 stemmen gekregen, verdeeld over twee manualen en met een zelfstandig pedaal. Het Baarnse orgel is in 1885 nog gebruikt tijdens een uitvoering van de Mattheuspassion van J.S. Bach in concertzaal Tivoli te Utrecht.
[ KORTE ORGELHISTORIE ]
H. NICOLAASKERK BAARN
Foto uit het boek 'Maarschalkerweerd & Zoon' van Jos Laus. Collectie van Orgelmakers Elbertse Soest.
De aanschafprijs voor het orgel was fl. 4000,-. Het betrof een mechanisch orgel met sleepladen en het had de beschikking over 2 manualen met aangehangen pedaal. In totaal waren 12 stemmen opgenomen, met de volgende dispositie:
MANUAAL I                           
Prestant 8
Bourbon 16’
Roerfluit 8
Octaaf 4
Roerfluit 4
Octaaf 2
Trompet 8’
MANUAAL II
Vioala da Gamba 8’
Holpijp 8’
Dolcishimo 8
Roerfluit 4 (dolce)
Celeste 8’
Salicet 4’
In deze periode bestond de koorzang tijdens de eredienst uitsluitend uit het Gregoriaans, gezongen door mannen. De dispositie van het orgel was zodanig dat het vooral ter ondersteuning van deze koorzang was.
In 1904 is het orgel uit de oude kerk gehaald en opgeslagen vanwege de sloop van dit gebouw in 1904. De heropbouw in de huidige kerk vond plaats in 1906. De bourdon 16’ en de trompet 8’ zijn beiden hergebruikt in alle volgende orgels, ook het Verschueren orgel.

1929: Aanpassing en uitbreiding door van Brussel, namens de firma Maarschalkerweerd.

In 1929 vond een ingrijpende wijziging en uitbreiding plaats naar een pneumatisch orgel door C.H. van Brussel, meesterknecht van Michael Maarschalkerweerd. Hij († 1935) en meesterknecht L. Collard hebben de firma Maarschalkerweerd van 1915 tot 1940 voortgezet.
Nieuwe dispositie vanaf 1929:
MANUAAL I                           
Roerfluit 8’
Dolce 8’
Prestant 8’
Octaaf 4’
Fluit 4’
Bourdon 16’ *
Mixtuur 3 sterk
Trompet 8’ *
MANUAAL II (Zwelkast)
Gamba 8’
Holpijp 8’
Fernfluit 8’
Celeste 8’
Octaaf 4’
Salicet 4’
Flageolet 2’
Hobo 8’
Tremolo
PEDAAL
Subbas 16’ **
Octaaf 8’
Basson 16’ **
KOPPEL I-II
PEDAAL I
PEDAAL II

De subbas 16’en de basson (bazuin) 16’ uit dit orgel zijn beiden hergebruikt in alle volgende orgels, ook het Verschueren orgel. Het open front van het orgel nam de volledige breedte van het koor in beslag.
1944: Opsplitsing orgel door Joseph Adema.

In 1944 volgde wederom een ingrijpende opsplitsing van het orgel in twee orgelkassen door de katholieke orgelbouwer Joseph Adema. Tussen de twee aan de zijkant geplaatste kassen was een grote tribune met vrijstaande speeltafel, waardoor er veel ruimte ontstond voor het koor.

Zichtbaar is dat het orgel "weggestopt" staat om ruimte te maken voor het koor. Het front van het orgel staat haaks op de achterwand van de koorzolder.
Op de voorgrond koor Ex ore infantium (uit de mond van kinderen) met pater Duimel als dirigent en organist. In de traditie van de Nicolaaskerk zong het koor altijd tijdens de dageraadsmis van Kerstmis.
Dispositie:
Hoofdmanuaal
Bourdon 16’ *
Praestant 8’
Salicionaal 8’
Roerfluit 8’
Octaaf 4’
Fluit 4’
Octaaf 2’
Cornet 2-3-4 sterk
Trompet 8’ (Fransch) *
Manuaal II
Viola di Gamba 8’
Vox Coelestis 8’
Holpijp 8’
Fluit Harm. 4’
Nasard 2 2/3
Flagéolet 2’
Scherp 1’ 3 st.
Hobo 8’
Pedaal
Subbas 16’ **
Octaafbas 8’
Basson 16’ **
Koppelingen
KOPPEL I-II
PEDAAL I
PEDAAL II
Uit correspondentie blijkt dat in de decennia na plaatsing van dit orgel regelmatig werd nagedacht over vervanging en serieuze uitbreiding (pedaal 32’) van het instrument. Al deze plannen hebben het uiteindelijk niet gehaald, totdat het orgel uiteindelijk is vervangen door het huidige Verschueren orgel.
Directe aanleiding voor de noodzaak voor een nieuw orgel was de staat van het Adema orgel wat in 1944 was vervaardigd. Het instrument was vanwege de schaarste aan eersteklas materialen in de oorlogsjaren matig van kwaliteit en vertoonde daardoor inmiddels de nodige mankementen. Opknappen was geen reële optie meer. De nieuwe organist van de kerk, de heer Kees de Wijs, had ook te kennen gegeven, dat het beter was een nieuw orgel te bouwen volgens de standaarden en inzichten van die tijd.
1967: Plaatsing Verscheuren orgel.
1967. Verschueren orgel.
Dispositie van het Verschueren orgel (Opus 680)
Hoofdwerk
Bourdon 16’ *
Prestant 8’
Spitsgamba 8'
Roerfluit 8’
Octaaf 4’
Nasard 2 2/3'
Fluit 4’
Octaaf 2’
Mixtuur
Trompet 8'
Roerschalmei 4'
Rugwerk
Quintadena 8'
Bourbon 8'
Prestant 4'
Fluit 4'
Vlakfluit 2'
Larigot 1 1/3'
Scherp
Sesquialter
Dulciaan 8'
Pedaal
Prestant 16'
Subbas 16'
Octaaf 8'
Koraalbas 4'
Ruispijp IV sterk
Bazuin 16'
Koppelingen
Pedaal + hoofdwerk
Pedaal + rugwerk
Hoofdwerk + rugwerk
Manuaalomvang       C-g'''
Pedaalomvang          C-f'
Toetstractuur             Mechanisch
Registertractuur        Mechanisch
Windlade(n)               Sleeplade
Terug naar de inhoud