Nicolaasorgel

Ga naar de inhoud
[ EEN LANGE LIJST AAN ONDERHOUD ]
ER MOET NOGAL WAT GEBEUREN
De lijst met uit te voeren werkzaamheden, aanpassingen en uitbreidingen is behoorlijk lang. Toch is dit waar het hele groot onderhoud om draait: het orgel na 55 jaar trouwe dienst weer helemaal bij de tijd brengen en zelfs verbeteren en verfraaien!
We hebben de belangrijkste punten voor je op een rijtje gezet en geven daar graag uitgebreid uitleg bij. De bijbehorende foto’s zeggen bovendien meer dan 1000 woorden.
[ SCHRIK NIET VAN ALLE TECHNISCHE TERMEN ]
KIJK DAAR DOORHEEN. HET GEEFT WEL EEN GOED BEELD. VAN DE RESTAURATIE.
Nieuwe windmachine in een brandvertragende dempkist.

De huidige windmachine is heel oud en was al minimaal een ‘tweedehandsje’ toen hij werd hergebruikt in ons orgel. De huidige, brandgevaarlijke hardboard kist op een krappe en slecht bereikbare plaats wordt verlaten en verwijderd. Er komt een gloednieuwe motor in een speciaal op maat gemaakte dubbelwandige dempkist in de rechter pedaaltoren, waardoor de windvoorziening voortaan een stuk stiller en vooral een stuk veiliger dienst kan doen !
De oude motor en dempkist verstopt achter het wellenbord van het pedaal.
Ingezakte kas van het rugpositief.

De kas van het rugwerk is in het midden ingezakt, om dit te herstellen en in de toekomst te voorkomen is extra ondersteuning nodig. Hierna kunnen de zetluiken passend worden gemaakt en hersteld.
Dichtmaken open delen orgelkas, herstellen achterzijde orgelkas en verhelpen slecht sluitende luiken.
Na het weghalen van de oude tribune op het zangkoor zijn er grote openingen aan de onderzijde van de orgelkas ontstaan, waardoor stof en vuil ongehinderd het binnenwerk bereiken. Nadat dit straks in stijl is afgedicht en extra luiken zijn bijgemaakt, is het orgel beter beschermd tegen invloeden van buitenaf.
De luiken van de achterwand van de hoofdkas boven sluiten slecht. Dit zal worden hersteld. De hele achterwand van de hoofdkas heeft bovendien sterk geleden onder het zonlicht en de warmte die via het grote venster naar binnen komen. Hierdoor zijn delen kromgetrokken.
Kromgetrokken luiken orgelkas.
Werkelijk alles in het orgel is ernstig vervuild.

Het instrument heeft na plaatsing tenminste twee grote kerkrenovaties meegemaakt en ondanks alle voorzorgsmaatregelen heeft (bouw)stof en vuil zich in het binnenste van het orgel opgehoopt. De onderstaande foto's tonen alleen het zichtbare deel van dit vuil, maar ook in windkanalen, windlades en in de orgelpijpen zelf is de vervuiling overal aanwezig. Alle pijpen zullen na een grondige inwendige en uitwendige reiniging worden nagelopen op deukjes, slechte soldeernaden, openstaande naden in houten pijpen, steminrichtingen, voering van deksels van gedekte pijpen, etc.
Verkropte pijpen worden hersteld.

Ook enkele (historische) registers worden hersteld en beter bevestigd, zodat ze daarna niet meer inzakken. De zogenaamde kelen en tongen van de tongwerken worden naast reiniging opnieuw gepolijst, net als de stemkrukken. Enkele met loodwit aangeslagen koppen van oude tongwerken  worden schoongeborsteld en in een beschermende lak gezet.
Verder worden de verdwenen kleinste pijpjes van de registers Ruispijp III sterk en Prestant 16’ van het pedaal bijgemaakt. Het register Roerschalmey 4’ van het hoofdwerk wordt een octaaf opgeschoven naar 8’ zodat deze daarna kan worden ingezet als beter uitkomende solostem. Het grootoctaaf zal hiervoor in stijl worden bijgemaakt. De aanduiding op de registerknop wordt aangepast.

Complete demontage en revisie van de klavieren.

De ondertoetsen van de handklavieren zijn belegd met ivoor. Van sommige toetsen ontbreken een aantal stukjes. Deze worden weer aangevuld en vastgelijmd. Het vergeelde toetsbeleg wordt geheel gereinigd. De bevoering van de manuaaltoetsen is versleten, dit wordt helemaal vernieuwd. De muzieklessenaar wordt naar originele staat hersteld en voorzien van nieuwe LED verlichting.
Foto 1 & 2 Losgelaten fineer - Foto 3: Versleten klaviatuur. - Foto 4: Stof en vuil.... - Foto 5: Doorkijkje binnenwerk.
Ook de geleidingen, bevoeringen en het dempingsmateriaal van de pedaaltoetsen zijn tot op het bot versleten, waardoor ze nu veel onnodig bijgeluid produceren. De veren onder de pedaaltoetsen worden op de ideale sterkte afgesteld. Bovendien worden de afgesleten en afgeronde bovenzijden van de pedaaltoetsen afgeschaafd en voorzien van een nieuwe, vlakkere houten bovenlaag. Het geheel wordt weer in nieuwstaat teruggebracht. Tenslotte komt er een geheel nieuwe LED verlichting boven de volle breedte van het pedaalklavier. De huidige fittingen aan beide zijden worden weggehaald, waardoor het achterliggende knieschot voortaan ongehinderd kan worden uitgenomen.

Kopwellenbord achter het weggenomen knieschot van het pedaal.
Door stralingswarmte aangetast fineerwerk rond de klaviatuur wordt hersteld en oude boorgaten en andere zichtbare onregelmatigheden in het houtwerk worden hersteld, zodat de speeltafel weer als nieuw oogt !

De speeltafel van het Nicolaasorgel na de oplevering in 1967.

Revisie en verbetering van de register- en toontractuur.

De bevoering van de doorvoergaten voor de registerknoppen is versleten en verweerd. Scheefgeraakte
registeropschriften worden rechtgezet. Na het grondig reinigen van alle mechanieken en gangbaar maken van
draaipunten worden slechte lederen moeren met vilten demping in de tractuur vervangen. Te zwaar lopend
registermechaniek wordt beter afgesteld.
Kromgetrokken of slechte abstracten worden vervangen en te lange abstracten onder de windladen ingekort.
De winkelhaken onder alle windladen worden gunstiger ingehangen. Waar nodig worden de messing
verbindingsdraden bij de tussenverbindingen verlengd. Met name de toontractuur en de koppelingen moeten goed
worden afgesteld, aangezien deze veel onregelmatigheden vertonen. De afstelling van het pedaalklavier kent nu veel
onregelmatige ledige gang. Deze wordt beter afgesteld.
Door al deze aanpassingen zal de speelaard van het orgel in meerdere opzichten flink verbeteren.
Foto 1: Versleten doorvoergaten. - Foto 2: Registertractuur. - Foto 3: Kopwellenbord - Foto 4: Abstracten hoofdwerk. - Foto 5: Metalen wellen pedaal.
Registertractuur van het hoofdwerk.
Windladen, windkanalen en balgen.

De windladen van het geheel mechanische Nicolaasorgel zijn volgens de uitgangspunten van de klassieke orgelbouw
gemaakt als mechanisch sleepladen systeem. Toch zijn onder de invloed van de tijdgeest enkele destijds moderne
materialen en concepten gebruikt. Inmiddels meer dan een halve eeuw later, kunnen we met de kennis van nu
stellen dat deze materialen en concepten flink achterhaald zijn en afbreuk doen aan de gewenste speelaard en
duurzaamheid van het instrument.
Zo zijn er aan de onderzijde van de pijpstokken op de windladen verende telescoophulzen van kunststof toegepast,
die het weglekken van orgelwind langs de slepen moeten opheffen. Dit systeem brengt twee problemen met zich
mee. Ten eerste is de levensduur van kunststof door uitharding relatief beperkt. Hierdoor kan het materiaal gaan
scheuren en breken. Daarnaast zal het omringende hout van de pijpstokken in tegenstelling tot kunststof zelf gaan
werken, waardoor de verende hulzen ten opzichte van de gefixeerde contrahuls in de pijpstok niet soepel meer
kunnen bewegen en wind zal weglekken.

Kunststof sleep.
Verder zijn de slepen op de laden ook gemaakt van kunststof. In de klassieke orgelbouw wordt hier hout voor toegepast. Omdat de kunststof slepen na meer dan 50 jaar al verouderd zijn, kan een garantie op langdurige en probleemloze werking in de toekomst niet meer worden gegarandeerd.


Houtvoorraad Elbertse. Van dit hout zullen de nieuwe slepen worden gemaakt.
Het eerste probleem zal worden opgelost door de kunststof hulzen te verwijderen, de te wijde boringen in de pijpstokken op te vullen met nieuw hout en tenslotte opnieuw uit te boren tot de gewenste diameter. Vervolgens zullen speciaal op maat geweven viltringen worden aangebracht op de bovenzijden van de windladen en de onderzijden van de pijpstokken. Deze zijn bewezen duurzaam en voorzien in de gewenste vering en afdichting. Daarnaast kunnen ze in de toekomst eenvoudig worden vervangen, indien nodig. Deze aanpassing zorgt verder voor een mooiere aanspraak van de pijpen. De kunststof slepen zullen worden vervangen door nieuw te vervaardigen houten slepen, gemaakt van zorgvuldig geselecteerd oud eikenhout, wat de orgelmaker speciaal hiervoor op voorraad heeft. Omdat dit materiaal voor een goede werking dikker uitgevoerd moet worden, zullen ook de dammen, waar de slepen in bewegen, aangepast worden naar de juiste hoogte.

Een ander probleem bevindt zich aan de onderzijde van de windladen. De ventielen zijn hier op een afwijkende wijze uitgevoerd in leer en schuimrubber. Het schuimrubber is grotendeels vergaan en verkruimeld. Elbertse zal dit helemaal opnieuw uitvoeren in een verbinding met dubbel leer. De ventielveren worden opnieuw afgesteld. Deze aanpassing zal de speelaard van het orgel licht verbeteren, aangezien vlak dubbel leer een minder ‘zuigende’ werking heeft bij het openen van het ventiel.

De tweede afdichting onder de windlade is een alternatief voor klassieke pulpeten en bestaat uit witte gelijmde kunststof ringen. Deze worden allemaal gecontroleerd en indien nodig vernieuwd. Tenslotte wordt de afdichting van de voorslagen van de windladen voorzien van nieuw leder, zodat deze geen wind meer doorlaten.


Foto 1: Schakelleertje Foto 2: Verweerd schuimrubber op een ventiel. Foto 3: Verweerde afdichting van een voorslag.
Drie gereserveerde stemmen op het pedaal realiseren

In het oorspronkelijke concept van het Verschueren orgel zijn een aantal reserveringen voorzien. Deze bestaan uit het sprekend maken van het derde klavier middels een borstwerk. Het borstwerk bevindt zich traditiegetrouw direct boven de speeltafel en is nu loos. De ruimte is toegankelijk via twee grote luiken. De destijds beoogde dispositie luidt:



Borstwerk (III, C–g³, gereserveerd):

Holpijp 8’
Gemshoorn 4’
Quintadeen 4’
Prestant 2’
Terts 1⅗’
Prestant 1’
Cimbel 3 st.
Regaal 8’.

De realisatie van het borstwerk maakt geen onderdeel uit van dit groot onderhoud.

Wel willen we de drie gereserveerde stemmen op het pedaal eindelijk gaan plaatsen. Deze bestaan uit een Gedekt 8’, een Trompet 8’ en een Trompet 4’. De windladen van het pedaal zijn hier al geheel op voorbereid, net als de inwendige registertractuur. De ontbrekende registerknoppen bij de speeltafel zullen nieuw worden aangebracht. Deze stemmen geven de organist straks een stuk meer vrijheid en mogelijkheden in registratie op het pedaal, die een verrijking beteken in klankkleur, sfeer en dynamiek. Hierdoor wordt het met name beter mogelijk om orgelmuziek waarbij de Cantus Firmus op het pedaal wordt gespeeld op de juiste wijze uit te voeren. Nu moet de organist hiervoor steeds concessies doen, wat weer zorgt voor (andere) beperkingen in de uitvoering.


Open plekken op de windlade wachten op nieuw pijpwerk.
Terug naar de inhoud